Op de laatste dag van 2025 komt ook het eerste kwart van de 21e eeuw ten einde. In die vijfentwintig jaar kregen Europese beleggers te maken met zeepbellen, crises en onverwachte herstelrally’s. Koersindices alleen vertellen daarbij een onvolledig verhaal. Europa blijkt een lappendeken van uiteenlopende paden naar rendement.
Voor Nederlandse beleggers biedt deze mijlpaal aanleiding om terug te kijken op een periode vol crises. Wie alleen naar de AEX-prijsindex kijkt, ziet een grillig en misschien teleurstellend verloop. Maar dat beeld is onvolledig. Zodra dividenden worden meegeteld, verandert het verhaal ingrijpend.
Het verschil tussen het prijsrendement, het netto totaalrendement en het bruto totaalrendement van de AEX blijkt over 25 jaar groot. Dit onderstreept hoe essentieel dividend is voor het uiteindelijke beleggingsresultaat.
Het herbeleggingseffect uitgelegd
In de prijsindex zitten geen dividenden. Dat wil zeggen dat zodra het dividend uit de koers van een aandeel verdwijnt, de lagere koers ook in de index zit. Het dividend verdwijnt.
Dit heeft een beperkte invloed bij iedere individuele dividenduitkering, maar over meerdere jaren stapelt dit. Dat komt door het herbeleggingseffect: in de totaalrendement-indices zijn uitkeringen impliciet herbelegd. In de nettorendementsvariant na aftrek van dividendbelasting tegen het officiële tarief, bij de brutorendementsvariant is het volledige brutodividend ‘herbelegd’.
De dividenden worden opgeteld bij de indexstand. De hogere waarde van de index kan vervolgens verder renderen en dit levert later ook weer een hoger dividend op. Bij stijgende koersen en dividenden ontstaat zo een aanzienlijk rendement-op-rendement-effect. Zeker op een langere termijn.
Groot verschil
In de Nederlandse hoofdindex leidt dit tot het verschil tussen een magere 1,6 procent en een redelijke 4,9 procent.
Amsterdamse hoofdindex met en zonder dividend
|
Index-type |
Totaalrendement |
Op jaarbasis |
|
AEX prijs |
+47,9% |
+1,6% |
|
AEX nettoherbelegging |
+202,2% |
+4,5% |
|
AEX brutoherbelegging |
+228,0% |
+4,9% |
Bron: Bloomberg, berekening VEB. Resultaat over de periode 31-12-2000 tot en met 22-12-2025.
Die les reikt verder dan Nederland alleen. In heel Europa heeft dividend een belangrijk deel van het rendement bijgedragen, terwijl indices vaak werden gedrukt door economische en financiële crises. Tegelijkertijd is de weg naar dat rendement allesbehalve vlak geweest. 
Bron: Bloomberg, bewerking VEB. Koersen in euro’s per kwartaal. Netto totaalrendement ultimo 2000 tot en met 22-12-2025, behalve OMX Stockholm (start maart 2002) en Athex (start juni 2001).
De AEX is in Europa een middenmoter, net als bijvoorbeeld de Belgische, Franse en Britse index. Oostenrijk steelt de show, de Scandinavische markten Noorwegen en Zweden hebben het ook goed gedaan. Aan de onderkant bungelen Portugal, Polen en Griekenland. Ter vergelijking, de S&P 500 (netto totaalrendement) groeide vanaf ultimo 2000 in euro’s van 100 naar 598. Daarin speelt ook de verzwakking van de dollar een rol.
Steil
De grafiek zoals hierboven geeft een tijdsbeeld over een lange periode. Daarin gaan echter ook ontwikkelingen op de kortere termijn verloren. In de jaren 2001–2014 kwam de AEX per saldo niet van zijn plaats, terwijl de index in de kredietcrisis het diepste daalde. Over 2015 tot en met 2025 wist de Amsterdamse hoofdgraadmeter juist relatief sterk te stijgen.
De onderstaande grafiek toont een logaritmische weergave, waarin iedere gelijke procentuele verandering een gelijke afstand op de y-as laat zien. Hoe steiler de lijn, hoe sterker de stijging of daling. De dotcom-crash aan het begin van de eeuw en de financiële crisis vanaf 2008 komen hier duidelijker naar voren. Net als het relatief snelle herstel daarna.
Bron: Bloomberg, bewerking VEB.
Hoewel de eindpunten ver uit elkaar liggen, zijn er in veel tussenliggende periodes grote overeenkomsten. Met enkele uitzonderingen laten de aandelenmarkten vanaf 2009 gestage groei zien.
Sinds het dieptepunt van de kredietcrisis in maart 2009 kent Ierland de best presterende beurs, mede gedragen door het sterke herstel van de grote financiële sector. Nederland staat hier vierde, met een rendement dat jaarlijks gemiddeld op zo’n 12 procent ligt. En dat is gerekend met de herbelegging van nettodividend. Nederlandse beleggers kunnen de dividendbelasting verrekenen in de inkomstenbelasting en zo een resultaat dat bij de brutorendementsvariant in de buurt komt.
De best presterende Europese beurzen vanaf dieptepunt 2009
|
Land / beurs |
Index |
Totaalrendement |
|
Ierland |
ISEQ |
726% |
|
Zweden |
OMX Stockholm 30 |
670% |
|
Zwitserland |
SMI |
630% |
|
Nederland |
AEX |
587% |
|
Duitsland |
DAX |
494% |
Bron: Bloomberg. Resultaat nettoherbeleggingsindex in euro’s vanaf ultimo maart 2009 tot en met 22-12-2025.
Beleggers moeten wel beseffen dat de indrukwekkende rendementen sinds het dieptepunt van de kredietcrisis hun hoogte mede danken aan een uitzonderlijk startpunt met extreem pessimisme. Ze vormen daarmee geen blauwdruk voor het rendement in de toekomst.
Europese sterkhouders
Er zijn meerdere overkoepelende Europese benchmarks die beleggers kunnen volgen via etf’s: de EURO STOXX 50, MSCI Europe, Stoxx Europe 600. Die zijn weer onder te verdelen in talloze sub-indices, met sectoren, duurzaamheidsfilters of dividendaandelen.
Voor een terugblik op de best presterende aandelen kijken we naar de EURO STOXX 50, de index met vijftig toonaangevende bedrijven uit de eurozone. De data gaan terug tot 1 januari 2002: dat betekent 24 jaar aan rendementsgegevens.
In deze periode steeg deze index (inclusief dividend) met 255 procent, wat overeenkomt met 5,4 procent gemiddeld rendement per jaar. Sommige bedrijven hebben een buitenproportioneel groot aandeel gehad in de rit omhoog. In totaal hebben 113 aandelen in de EURO STOXX 50 gezeten. Daarvan hebben er 69 een positief rendement behaald in die periode. De top tien bevat enkele geijkte, maar ook verrassende namen.
De grootste stijgers in de EURO STOXX 50
|
Bedrijf |
Stijging |
|
ASML Holding NV |
2503,7 % |
|
LVMH |
2273,4 % |
|
Iberdrola SA |
1244,1 % |
|
Air Liquide SA |
925,1 % |
|
SAP SE |
789,2 % |
|
Schneider Electric SE |
744,7 % |
|
Siemens AG |
613,3 % |
|
Enel SpA |
606,2 % |
|
L'Oreal SA |
590,0 % |
|
Industria de Diseno Textil SA (Inditex) |
554,0 % |
Bron: Bloomberg. Totaalrendement van bedrijven in de periode waarin deze (binnen de periode vanaf 1 januari 2002) onderdeel waren van de index.
Dat ASML en LVMH kwaliteitsbedrijven zijn met hoge rendementen, is bekend. Maar ook energie- en infrastructuurbedrijven als Air Liquide, Iberdrola en Schneider Electric wisten hard te groeien. Hun succes laat zien dat Europa wel degelijk over rendementsmachines beschikt, soms uit onverwachte hoek.
Kwetsbaar
Nationale beurzen bewogen vaak samen in tijden van stress, maar leverden zeer uiteenlopende resultaten over langere perioden. Ook binnen Europese indices kwam het rendement niet breed tot stand, maar werd het gedragen door een beperkt aantal aandelen. De komende jaren zullen uitwijzen welke bedrijven de combinatie van hogere rentes, geopolitieke onzekerheid en internationale concurrentie weten om te zetten in duurzame groei.
| VEB-lidmaatschap |
|---|
| Nog geen VEB-account? |
| Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken. |
|
|
| Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap |